Alle middelen moeten worden ingezet om overleg tussen de regering-Assad en de binnenlandse oppositie te bevorderen. Daar hoort het bewapenen van de rebellen niet bij. Dat zal slechts verder bloedvergieten en verwoesting opleveren.
- Het voorbeeld Libië heeft de risico’s aangetoond van het bewapenen van een opstand die maar ten dele de doelstelling heeft, een democratie te vestigen. In Libië bleek dat de wapens die Qatar met toestemming van Washington mocht leveren aan de opstandelingen, uiteindelijk o.a. gebruikt zijn bij de aanslag die de Amerikaanse ambassadeur en drie medewerkers het leven kostte (zie New York Times, December 5, 2012: ‘U.S.-Approved Arms for Libya Rebels Fell Into Jihadis’ Hands’). Daarnaast is een grote hoeveelheid wapens uit Libië, zowel uit het arsenaal van Khadafi als geleverd door NAVO-lidstaten (m.n. Frankrijk), in handen van Jihadistische groepen in het Sahel-gebied gevallen, hetgeen mede tot de crisis in Mali heeft geleid.
- De burgeroorlog in Syrië is een nieuwe en voor Nederland zeer gevaarlijke fase ingegaan. Vier dagen nadat op 26 januari jl. de Nederlandse Patriots bij Adana/Incirlik operationeel zijn geworden, heeft de Israelische luchtmacht luchtaanvallen op doelen nabij Damascus uitgevoerd. In 1991 en 2003 dienden Nederlandse Patriot-stellingen als rugdekking voor de Golfoorlog resp. de invasie van Irak. De vraag rijst of Nederland zich kan veroorloven bij een nieuw groot conflict betrokken te raken waarbij ditmaal Rusland en Iran als bondgenoten van Syrië een rol zullen spelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten