Prins Bandar in gesprek met toenmalig president George Bush
In oktober jl. werd in de Wall Street Journal verslag gedaan van de aankondiging van de Saoedische geheime-dienstchef prins Bandar bin Sultan dat zijn land de betrekkingen met de VS ging herzien. Woedend over het Amerikaanse besluit om af te zien van een bombardement op Syrië als straf voor een beweerde gasaanval (die volgens sommigen door Saoedi-Arabië was geënsceneerd om Obama te dwingen, in te grijpen), maakte Bandar bekend dat de Saoedi’s van nu af aan zelfstandig de steun aan de Syrische opstand zouden gaan organiseren, zonder Amerikaanse bemoeienis.
Het eerdere, opzienbarende besluit van Saoedi-Arabië om de vrijkomende zetel in de VN Veiligheidsraad niet te bezetten, was al geïnterpreteerd als een teken dat Riyadh zijn beleid in de regio buiten zowel de VN als de VS wilde uitvoeren. Nu nodigde Bandar een Westerse diplomaat uit naar de Saoedische kustplaats Jeddah om deze koerswending toe te lichten—en die diplomaat was een Fransman.
Zo kreeg Parijs via haar eigen vertegenwoordiger uit de eerste hand te horen dat Saoedi-Arabië toenadering zocht tot Frankrijk en andere landen die diplomatieke en militaire steun kunnen verlenen. Om de Fransen over de brug te krijgen, werden lucratieve wapenaankopen voorgespiegeld, in ruil voor het opblazen van een eventueel akkoord met Iran, de grote rivaal van Saoedi-Arabië in de regio. Voor de Saoedi’s is immers het grote gevaar dat Irak, waar door de Brits-Amerikaanse invasie de pro-Iraanse Shia meerderheid aan de macht is gebracht, samen met Iran de rol als ‘swing producer’ overneemt—degene(n) die door de kraan open of dicht te draaien, de wereldoliemarkt beheerst. Vandaar ook de Saoedische steun aan de niet-aflatende terreuraanslagen die Irak verhinderen de economie weer op te starten.
De eerste ronde van onderhandelingen met Iran in begin november werd prompt beëindigd zonder dat overeenstemming was bereikt—door toedoen van de Franse minister van buitenlandse zaken Laurent Fabius die verklaarde niet mee te werken aan een bedrieglijke overeenkomst.
Frankrijk heeft van het begin af aan de opstand tegen Assad in Syrië gesteund en is verbitterd over de langzaam maar zeker mislukken van die opstand—mede door steun aan Assad van de kant ban Iran en de door dat land gesteunde shi’itische militie van Libanon, Hezbollah. Libanon en Syrië waren na de Eerste Wereldoorlog en de instorting van het Ottomaanse Rijk Franse mandaatgebieden (koloniën onder toezicht van de voorloper van de VN, de Volkenbond) en verlies aan invloed ligt in Frankrijk nog altijd zeer gevoelig.
De andere gezworen vijand van Iran en Hezbollah is Israël, en afgelopen week heeft de Franse president Hollande een bezoek aan dat land gebracht. Hij verzekerde premier Netanyahu dat er ook in de tweede ronde geen akkoord met Iran zou komen als niet aan de Israëlische eisen was voldaan. Klaarblijkelijk willen de Fransen de Europese partner worden van een Israëlisch-Saoedisch blok tegen Iran.
Er circuleren zelfs geruchten dat Israël en Saoedi-Arabië een geheim akkoord hebben gesloten om de Israëli’s gebruik te laten maken van vliegvelden op het Arabisch schiereiland om zo Iran aan te vallen, al zou het koninkrijk daarmee zeer grote risico’s nemen voor zijn aanzien in de Arabische wereld.
Hoe dan ook zullen de Saoedi’s hun defensie fors gaan versterken, en voor de Franse economie, die langzaam maar zeker bezwijkt onder de Duitse concurrentie in de Eurozone, is dit mogelijk uitstel van executie. Frankrijk heeft haar belangrijke auto-industrie al geofferd aan de embargo-politiek tegen Iran (voor Peugeot-Citroën was Iran tot een jaar geleden de tweede buitenlandse afzetmarkt—totdat General Motors een belang in PSA nam waardoor de maatschappij onder de boycot kwam te vallen).
Een echte dreiging voor Israël is er natuurlijk helemaal niet. Het land heeft zelf tussen de 80 en 200 atoombommen, en hoewel Iran, als het de reactor van Arak zou afbouwen, over plutonium voor ‘een bom per jaar’ zou beschikken, heeft het land geen mogelijkheid dat plutonium militair bruikbaar te maken.
Joodse
Iraniërs demonstreren voor het recht van hun land op vreedzaam gebruik van
kernenergie
Een bijzondere rol in de Franse opstelling wordt gespeeld door Franse politici van joodse afkomst. In Frankrijk zelf zou, net als bij ons, iedere verwijzing naar deze afkomst onmiddellijk tot beschuldigingen van anti-Semitisme leiden. Maar toen Sarkozy in 2007 tot president werd gekozen, concludeerden Israëlische media op grond van zijn joodse origine zonder omhaal dat van nu af aan op de Fransen kon worden gerekend. En inderdaad is onder Sarkozy Frankrijk de meest pro-Israëlische en anti-Iraanse staat in de EU geworden, iets waarin de ‘socialisten’ van Hollande geen verandering hebben gebracht.
Vlak voor Fabius bekend maakte dat hij het voorlopige akkoord met Iran afwees, had hij een telefoontje gehad van Meyer Habib, een joods lid van het Franse parlement, waarin deze waarschuwde dat Netanyahu een aanval op Iran’s kerninstallaties zou lanceren in het geval van een akkoord. Habib is naast zijn posities in het Franse parlement en in de organisatie van Franse joden, volgens de Israëlische krant Haaretz een Likoed-aktivist met een lange staat van dienst en een vriend van Netanyahu die als zijn persoonlijke vertegenwoordiger in Parijs geldt. Habib waarschuwde Fabius dat bij Netanyahu de stoppen zouden doorslaan als er een akkoord kwam.
Maar Frankrijk heeft geen Israëlische telefoontjes nodig om stelling tegen Iran te nemen. Mohamed El Baradei, voormalig directeur-generaal van het Internationaal Atoomenergie Agentschap, vertelt in zijn memoires dat de Franse delegatie in oktober 2009 al eerder een bijna-akkoord met Iran in Wenen om zeep hielp.
Het lijkt erop dat Frankrijk met deze opstelling probeert zijn verlies aan economisch gewicht te compenseren door in het Midden-Oosten een zelfstandige rol te spelen ten opzichte van de NAVO- en EU-partners. De economische neergang van Frankrijk heeft van het naoorlogse compromis met (West-) Duitsland, waaruit de huidige EU is voortgekomen, weinig meer overgelaten. Hollande heeft al een keer een minister tot de orde moeten roepen die verklaarde dat het land failliet was en kort geleden heeft Parijs zelfs het besluit genomen een groot deel van de gezamenlijke Frans-Duitse brigade uit de Bondsrepubliek terug te trekken.
Maar zoals de VS al langer hebben laten zien, kan een land dat economisch aan gewicht verliest, nog een tijdlang invloed uitoefenen door gebruik te maken van zijn militaire en diplomatieke machtsmiddelen. Maar daarna is dan echt einde oefening. Hopelijk zullen deze wanhoopsacties niet in de tussentijd een oorlog met Iran hebben veroorzaakt, waarvan de gevolgen niet zijn te overzien.
Kees van der Pijl
Een uitermate goed inzicht gevend artikel aangaande de gevaren die de wereldvrede bedreigen. Als aanvulling op de laatste alinea wil ik wijzen op de militaire machtspolitiek die momenteel plaatsvind rondom het bezit van een aantal eilanden in de Chinese zee. De VS, Japan en Taiwan spannen hier militair samen tegen China. Een waarschuwing aan China (dat nog steeds veel goud koopt en beschikt over veel schuldpapieren van de VS) om geen avontuur te beginnen dat zorgt voor het definitieve failliet van de VS? Dat zou namelijk ook wel eens het begin van de Derde Wereldoorlog kunnen zijn.
BeantwoordenVerwijderen7 december 2013 07:44