Deze week was ik in Kopenhagen voor een lezing en hoorde daar van studenten dat er een paar dagen daarvoor een ernstig incident met Neonazi’s was geweest in het naburige Zweden. Deelnemers aan een demonstratie tegen geweld tegen vrouwen in Malmö, op 8 maart (internationale vrouwendag), waren aangevallen met messen. Daarbij was een bekende actievoerder tegen racisme en geweld tegen homo’s, die al een tijd door de Svenskarnas Parti (Partij van de Zweden, een Neonazi groep) op hun website was ‘gevolgd’, zo zwaar toegetakeld dat hij nog steeds op de intensive care ligt. Drie vrouwen liepen steekwonden in armen en longen op. Bij terugkeer vond ik de details van dit gebeuren op een anarchistische website. Wat dit incident nog extra zorgwekkend maakt is dat een van de leiders van de PvdZ, Andreas Carlsson, die zelf bij de aanslag betrokken was, net terug was uit Oekraïne waar hij en zijn partijleden de zusterpartij Svoboda en de Rechtse Sector in de straatgevechten hadden bijgestaan.
Straatgevechten op Maidan in Kiev
Een deel van de groep was achtergebleven om dienst te nemen in de nieuwe Nationale Garde van Oekraïne, die op dit moment wordt gevormd onder auspiciën van de Nationale Veiligheidsraad (waarin Svoboda en Rechtse Sektor de belangrijkste posities bekleden), met een geplande sterkte van 60,000 man. Carlsson was teruggekeerd om thuis ‘orde op zaken’ te stellen.