Halverwege november kwam CDA-kamerlid Pieter Omtzigt onder vuur te liggen omdat hij op een bijeenkomst aan de VU over het neerhalen van vlucht MH17 een getuige zou hebben opgevoerd die feiten te berde bracht die tegen het officiële standpunt ingaan. Een privé-sms waarin Omtzigt de getuige behulpzaam wilde zijn met het inkorten van zijn verklaring aangezien die op zijn best een minuut de tijd zou krijgen, werd aan NRC Handelsblad doorgespeeld. De krant trok daarop Omtzigts geloofwaardigheid in twijfel en riep zelfs op tot zijn aftreden.
Dit was niet alleen maar een manier om af te komen van het enige parlementslid dat er onophoudelijk op heeft aangedrongen dat de regering Rutte’s belofte inlost dat de onderste steen inzake MH17 boven moet komen. Omtzigt is daarnaast immers ook woordvoerder van zijn partij in belastingzaken, pensioenen en de euro en op dat vlak was hij een nog grotere zwakke plek voor de zittende macht. Dit is ook de reden waarom zijn behulpzaamheid jegens een Oekraïense man opeens werd opgetuigd als iets dat grensde aan landverraad.
Toen afgelopen mei de MH17-bijeenkomst aan de VU plaatsvond, waren de verkiezingen nog maar twee maanden achter de rug en er was nog geen nieuwe regering. De opname van de getuige (die de indruk wekte vooral uit te zijn op het verkrijgen van asiel in Nederland) bij het afleggen van zijn verklaring circuleerde al zonder veel opzien te baren. De bewering dat één of meer straaljagers waargenomen waren in de buurt van MH17 was al vele malen eerder gedaan door aanmerkelijke betrouwbaarder getuigen; hier was het niet eens de man zelf maar zijn vrouw die de vliegtuigen had gezien.
Nu dan naar november jl., toen NRC Handelsblad met zijn ‘primeur’ kwam, zes maanden na dato. Na een moeizame kabinetsformatie die de hele zomer in beslag nam, compleet met volledige vakanties, was er nu een regering van VVD, D66, CDA, and ChristenUnie (de laatste hielden de onderhandelingen nog eens voor een week op omdat hun voorman een popconcert in Duitsland moest bijwonen). Deze coalitie had echter maar 76 zetels, een meerderheid van één. En dan kwam ze ook nog eens met de aankondiging dat ze de dividendbelasting zou afschaffen, een cadeau aan de zakenwereld van 1,4 miljard euro per jaar—hoewel niet één van de coalitiepartners dat in hun verkiezingsprogramma’s had staan.
Maar goed, zoals Marx al vaststelde in het Communistisch Manifest, een regering is hooguit een comité dat de dagelijkse belangen van de kapitalistische klasse behartigt; en die klasse had het afschaffen van de dividendbelasting al lang op de agenda staan.
In 2009 presenteerde de voorzitter van werkgeversverbond VNO-NCW een rapport aan de toenmalige premier Balkenende over ons belang bij het hierheen halen van de hoofdkantoren van grote bedrijven en de noodzaak van het afschaffen van de dividendbelasting, bij alle al bestaande belastingvoordelen die ons land het bedrijfsleven biedt. Die hebben Nederland gemaakt tot de belangrijkste sluis in het doorlaten van geld dat op zoek is naar een veilige bestemming in een belastingparadijs. Hoe dan ook, volgens een recent onderzoek van onderzoeksbureau SOMO adviseerde het Ministerie van Financiën tegen het afschaffen van de dividendbelasting.
In 2014 was het de beurt aan de Amerikanse Kamer van Koophandel in Nederland (AmCham) om de staatssecretaris van financiën te vragen de dividendbelasting af te schaffen. Weer adviseerde het ministerie om dat niet te doen, met de waarschuwing dat het 1,6 miljard euro zou kosten en vooral buitenlandse eigenaren zou bevoordelen. Voortgaande onthullingen over belastingontduiking en publieke onrust daarover brachten de EU en de OESO er vervolgens toe om maatregelen te gaan voorbereiden tegen belastingparadijzen, en daardoor zou de Nederlandse rol als fiscale sluis mogelijk in het geding kunnen komen. Premier Rutte organiseerde daarom op 19 mei 2015 een diner in het Catshuis om te bespreken hoe Nederland de te verwachten problemen zou kunnen omzeilen. Prompt kwam Shell in april 2016 weer op de proppen met een verzoek om de dividendbelasting af te schaffen, als men tenminste wilde dat verdere ontginning van de Nederlandse gasreserves in het vereiste, gunstige zakenklimaat ter hand zou worden genomen.
Na de verkiezingen, waarin zoals gezegd de dividendbelasting niet ter sprake was gekomen, stelde de AmCham (waarin ook vele Nederlandse bedrijven, o.a. Shell, vertegenwoordigd zijn, zie American Chamber of Commerce) de belasting opnieuw aan de orde. In een investeerdersrapport uit mei, met de kabinetsformatie nog in volle gang, prees de AmCham het Nederlandse belastingstelsel maar waarschuwde tevens dat ons land achter begon te lopen in het verlagen van belasting op bedrijven. Een nieuwe regering zou daarom een duidelijk signaal aan buitenlandse investeerders moeten geven. Toen kwam de aankondiging van het nieuwe kabinet-Rutte III dat het de dividendbelasting per januari 2019 zou afschaffen. Algemene consternatie.
Nu dan terug naar Pieter Omtzigt, woordvoerder van zijn partij inzake MH17 en in belastingzaken. In de algemene beschouwingen over financiën in de Tweede Kamer op 8 november werd Omtzigt door andere kamerleden belaagd nadat hij verklaard had dat hij zich tegenover de ‘interessante plannen’ van het kabinet net zo kritisch zou opstellen als kamerlid voor de regeringscoalitie als hij dat had gedaan als lid van de oppositie. Hierdoor kwam hij onder vuur te liggen van Renske Leijten van de SP met de uitdrukkelijke uitnodiging om dan ook maar de oppositie te versterken inzake de dividendbelasting. Nadat Leijten de aanval had ingezet, kwamen ook andere oppositie- woordvoerders los, allemaal tegen Omtzigt alsof hij in zijn eentje het kabinet vertegenwoordigde.
Nadat Omtzigt de kwestie van de dividendbelasting doorverwezen had naar het kabinet, kwam hij te spreken over de belastingontduiking van de ‘Paradise Papers’. Op pagina 39 van de Handelingen wijst hij op het verdrag over uitwisseling van belastinggegevens van zwartspaarders en dat Nederland daarin achterblijft (het halfjaarlijkse rapport inzake belastingontduiking is per 1 januari 2017 ten onrechte niet in het centrale register gedeponeerd). Hij zegt dan dat hij uitkijkt naar de eerstvolgende rapportage, duidelijk aangevend dat hij de regering daarop ook zal aanspreken.
Was dit de druppel die de emmer deed operlopen? Nu immers kwam NRC Handelsblad binnen enkele dagen met wat we alleen maar kunnen kwalificeren als een karaktermoord op een van onze beste, meest integere parlementariërs. Door een half jaar oude kwestie van geen enkel belang op te rakelen kwam men zo ook af van de MH17-criticus die de regering, die er duidelijk op uit is de MH17-zaak in de doofpot te stoppen, consequent het vuur na aan de schenen heeft gelegd. En in plaats van Omtzigt te verdedigen, ging fractievoorzitter Buma met zijn luchtfietserij over ‘Russische inmenging’ de paranoïde sfeer waarin de NRC zijn laffe aanval kon lanceren, nog eens opwarmen. Het gewraakte kamerlid kon intussen weinig anders dan officieel verklaren dat hij niet langer woordvoerder over MH17 zou zijn.
Maar laat niemand denken dat daarmee de kwestie begraven is! (Wordt vervolgd)
Kees van der Pijl (met dank aan Babette U.)
Toen afgelopen mei de MH17-bijeenkomst aan de VU plaatsvond, waren de verkiezingen nog maar twee maanden achter de rug en er was nog geen nieuwe regering. De opname van de getuige (die de indruk wekte vooral uit te zijn op het verkrijgen van asiel in Nederland) bij het afleggen van zijn verklaring circuleerde al zonder veel opzien te baren. De bewering dat één of meer straaljagers waargenomen waren in de buurt van MH17 was al vele malen eerder gedaan door aanmerkelijke betrouwbaarder getuigen; hier was het niet eens de man zelf maar zijn vrouw die de vliegtuigen had gezien.
Nu dan naar november jl., toen NRC Handelsblad met zijn ‘primeur’ kwam, zes maanden na dato. Na een moeizame kabinetsformatie die de hele zomer in beslag nam, compleet met volledige vakanties, was er nu een regering van VVD, D66, CDA, and ChristenUnie (de laatste hielden de onderhandelingen nog eens voor een week op omdat hun voorman een popconcert in Duitsland moest bijwonen). Deze coalitie had echter maar 76 zetels, een meerderheid van één. En dan kwam ze ook nog eens met de aankondiging dat ze de dividendbelasting zou afschaffen, een cadeau aan de zakenwereld van 1,4 miljard euro per jaar—hoewel niet één van de coalitiepartners dat in hun verkiezingsprogramma’s had staan.
Maar goed, zoals Marx al vaststelde in het Communistisch Manifest, een regering is hooguit een comité dat de dagelijkse belangen van de kapitalistische klasse behartigt; en die klasse had het afschaffen van de dividendbelasting al lang op de agenda staan.
In 2009 presenteerde de voorzitter van werkgeversverbond VNO-NCW een rapport aan de toenmalige premier Balkenende over ons belang bij het hierheen halen van de hoofdkantoren van grote bedrijven en de noodzaak van het afschaffen van de dividendbelasting, bij alle al bestaande belastingvoordelen die ons land het bedrijfsleven biedt. Die hebben Nederland gemaakt tot de belangrijkste sluis in het doorlaten van geld dat op zoek is naar een veilige bestemming in een belastingparadijs. Hoe dan ook, volgens een recent onderzoek van onderzoeksbureau SOMO adviseerde het Ministerie van Financiën tegen het afschaffen van de dividendbelasting.
In 2014 was het de beurt aan de Amerikanse Kamer van Koophandel in Nederland (AmCham) om de staatssecretaris van financiën te vragen de dividendbelasting af te schaffen. Weer adviseerde het ministerie om dat niet te doen, met de waarschuwing dat het 1,6 miljard euro zou kosten en vooral buitenlandse eigenaren zou bevoordelen. Voortgaande onthullingen over belastingontduiking en publieke onrust daarover brachten de EU en de OESO er vervolgens toe om maatregelen te gaan voorbereiden tegen belastingparadijzen, en daardoor zou de Nederlandse rol als fiscale sluis mogelijk in het geding kunnen komen. Premier Rutte organiseerde daarom op 19 mei 2015 een diner in het Catshuis om te bespreken hoe Nederland de te verwachten problemen zou kunnen omzeilen. Prompt kwam Shell in april 2016 weer op de proppen met een verzoek om de dividendbelasting af te schaffen, als men tenminste wilde dat verdere ontginning van de Nederlandse gasreserves in het vereiste, gunstige zakenklimaat ter hand zou worden genomen.
Na de verkiezingen, waarin zoals gezegd de dividendbelasting niet ter sprake was gekomen, stelde de AmCham (waarin ook vele Nederlandse bedrijven, o.a. Shell, vertegenwoordigd zijn, zie American Chamber of Commerce) de belasting opnieuw aan de orde. In een investeerdersrapport uit mei, met de kabinetsformatie nog in volle gang, prees de AmCham het Nederlandse belastingstelsel maar waarschuwde tevens dat ons land achter begon te lopen in het verlagen van belasting op bedrijven. Een nieuwe regering zou daarom een duidelijk signaal aan buitenlandse investeerders moeten geven. Toen kwam de aankondiging van het nieuwe kabinet-Rutte III dat het de dividendbelasting per januari 2019 zou afschaffen. Algemene consternatie.
Nu dan terug naar Pieter Omtzigt, woordvoerder van zijn partij inzake MH17 en in belastingzaken. In de algemene beschouwingen over financiën in de Tweede Kamer op 8 november werd Omtzigt door andere kamerleden belaagd nadat hij verklaard had dat hij zich tegenover de ‘interessante plannen’ van het kabinet net zo kritisch zou opstellen als kamerlid voor de regeringscoalitie als hij dat had gedaan als lid van de oppositie. Hierdoor kwam hij onder vuur te liggen van Renske Leijten van de SP met de uitdrukkelijke uitnodiging om dan ook maar de oppositie te versterken inzake de dividendbelasting. Nadat Leijten de aanval had ingezet, kwamen ook andere oppositie- woordvoerders los, allemaal tegen Omtzigt alsof hij in zijn eentje het kabinet vertegenwoordigde.
Nadat Omtzigt de kwestie van de dividendbelasting doorverwezen had naar het kabinet, kwam hij te spreken over de belastingontduiking van de ‘Paradise Papers’. Op pagina 39 van de Handelingen wijst hij op het verdrag over uitwisseling van belastinggegevens van zwartspaarders en dat Nederland daarin achterblijft (het halfjaarlijkse rapport inzake belastingontduiking is per 1 januari 2017 ten onrechte niet in het centrale register gedeponeerd). Hij zegt dan dat hij uitkijkt naar de eerstvolgende rapportage, duidelijk aangevend dat hij de regering daarop ook zal aanspreken.
Was dit de druppel die de emmer deed operlopen? Nu immers kwam NRC Handelsblad binnen enkele dagen met wat we alleen maar kunnen kwalificeren als een karaktermoord op een van onze beste, meest integere parlementariërs. Door een half jaar oude kwestie van geen enkel belang op te rakelen kwam men zo ook af van de MH17-criticus die de regering, die er duidelijk op uit is de MH17-zaak in de doofpot te stoppen, consequent het vuur na aan de schenen heeft gelegd. En in plaats van Omtzigt te verdedigen, ging fractievoorzitter Buma met zijn luchtfietserij over ‘Russische inmenging’ de paranoïde sfeer waarin de NRC zijn laffe aanval kon lanceren, nog eens opwarmen. Het gewraakte kamerlid kon intussen weinig anders dan officieel verklaren dat hij niet langer woordvoerder over MH17 zou zijn.
Maar laat niemand denken dat daarmee de kwestie begraven is! (Wordt vervolgd)
Kees van der Pijl (met dank aan Babette U.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten