donderdag 8 januari 2015

Van Syrië naar Parijs. Doelwit Charlie Hebdo


Enkele jaren terug zag ik op vakantie in Frankrijk een stukje van een ronde-tafelgesprek op tv waarin een schrijfster vertelde over de psychologie van Arabische mannen. Inzake dood en sterven zouden zij andere opvattingen hebben dan wij in Europa gewend zijn. In het voorbijgaan zegt ze ook nog dat veel leiders van zgn. Islamitische terreurorganisaties in dure appartementen in Parijs en Londen wonen. De gespreksleider vraagt tussen neus en lippen door, ‘is dat echt zo?’ waarop ze bijna haar schouders ophaalt alsof dat vanzelf spreekt. 
Onwillekeurig moest ik daaraan terugdenken toen ik gisteren hoorde over de moorddadige aanslag op de redaktielokalen van het satirische weekblad Charlie Hebdo.


Nog altijd geen aanslagen in Frankrijk, aldus een van de laatste cartoons in het blad voor het bloedbad. ‘Let op!’ ‘U hebt nog tot eind januari om uw beste wensen over te brengen’. En van wie zouden deze ‘wensen’ nu dan afkomstig zijn?


Terreurdaden als deze hebben een 100 procent voorspelbaar effect. Altijd prijs! De politici getuigen van hun afschuw en (veel belangrijker natuurlijk) kondigen aan dat de strijd tegen de terreur met volle kracht zal worden voortgezet. Dus nog meer mensen aanhouden, rechten inperken, stap voor stap verder naar de noodtoestand. Maar die strijd werd toch al gevoerd? Waar dienen al die geheime diensten en al dat afluisteren anders voor?

De bereidheid bij het publiek om meer repressie te tolereren is eveneens voorspelbaar. De ‘Ik ben Charlie’-demonstraties zijn, hoe oprecht ook, in dit opzicht onbedoeld ook een referendum vóór versterking van de staatsmacht. Dat de ‘vrijheid van meningsuiting’ steeds verder wordt ingeperkt doordat het allemaal eenheidsworst wordt (lees/kijk naar onze media), daarover praat niemand. En dan hebben we het nog niet over dat andere referendum, voor of tegen de Islam, dat aan een bang gemaakte bevolking wordt voorgelegd door Marine Le Pen in Frankrijk en door Wilders bij ons.

Dat Charlie Hebdo doelwit kon worden van een steen door de ruit of zelfs een bom van fanatici, was bekend, vandaar de politiebewaking. Maar zoals iedereen kan zien op het filmpje op internet, waren de daders geen oververhitte fanatici maar kalme professionals. Twee gewapende agenten doodschieten en daarna de hele redaktie, tien mensen, afmaken, en vervolgens wegrijden... Dat is niet het werk van amateurs.

Geen enkele organisatie heeft deze misdadige aanslag opgeëist maar ‘gelukkig’ lieten de veronderstelde daders allebei hun identiteitsbewijs achter in de vluchtauto. Onwillekeurig denk je dan, één die dat vergeet is mogelijk, maar alletwee?

Eén van de twee verdachten, Chérif Kouachi, was al eerder voor de rechter gekomen omdat hij na de invasie van Irak naar Syrië was afgereisd om daar in een salafistische school opgeleid te worden. Zowel hij als zijn broer Saïd waren bekenden van de politie, in het bijzonder van de inlichtingendiensten, in dit geval van de Franse binnenlandse veiligheidsdienst (DGSI) en van de inlichtingendienst van de politieprefectuur van Parijs (DRPP).

Daarmee komen we op een heikel punt. In maart 2004 werd een forenzentrein in Madrid opgeblazen door ‘al-Qaeda’. 191 doden, een regering ten val. Maar zoals de Londense Times later onthulde, had de man die ervan werd verdacht het dynamiet te hebben geleverd het privé telefoonnummer van de chef van de bomopruimingsdienst van de Guardia Civil in zijn agenda staan. In het belangrijke boek van Nafeez Ahmed, The War on Truth. 9/11, Disinformation, and the Anatomy of Terrorism, waarin dit wordt aangehaald, komt de schrijver ook met een verklaring waarom FBI-agenten die in de jaren voorafgaand aan 9/11 hun superieuren waarschuwden dat verdachte Saoedische mannen vliegscholen in de VS bezochten, steeds nul op rekest kregen. Deze lieden zouden namelijk dubbelagenten zijn geweest, die van hogerhand bescherming genoten—waarmee natuurlijk niet gezegd is dat ze daarom op 9/11 instructies van de FBI uitvoerden. ‘Dubbel’agent wil zeggen dat ze ook nog instructies van andere opdrachtgevers kregen, bv. van Saoedi Arabië.

Verrassingen zijn dus nooit uitgesloten. Maar wat uit zulke voorbeelden duidelijk wordt is dat aanslagen zoals op Charlie Hebdo, onderdeel van verschillende agenda’s kunnen zijn. Het Front National zal profiteren, maar alleen onderdelen van het staatsapparaat kunnen dit soort duistere constellaties bespelen, en de sympathie voor het FN in politiekringen is niet genoeg. De keuze van doelwit is, als men de Franse staat wilde treffen, op zijn minst verdacht: Charlie Hebdo was ook bij rechts heel gehaat. Maar om twee politieagenten dood te laten schieten, is weer iets anders.

Tenslotte maakt het voorbeeld van de Saoedi’s duidelijk dat de schaduwwereld waarin zich dubbelagenten ophouden, vaak internationaal vertakt is. En met ‘dubbel’ bedoel ik dat hun doen en laten van minstens twee kanten in de gaten wordt gehouden resp. gestuurd—niet noodzakelijk formele dienstbetrekkingen, met twee salarisstrookjes. In dat verband rijst de vraag: wie buiten Frankrijk wil de politiek van Parijs beïnvloeden? Washington, nu Frankrijk te kennen heeft gegeven de sancties tegen Rusland te willen beëindigen? Israël, nu het Franse parlement de Palestijnse staat heeft erkend, en profiteert van emigratie naar Israël van Fransen van joodse afkomst?

Onlangs werd vanuit O≠O gesuggereerd dat er een meer fundamenteel inzicht moet komen in de krachten die in de burgeroorlog in Syrië en de opkomst van ISIL een rol spelen. Gelet op het bovenstaande denk ik dat er van ISIL een spoor terug leidt naar 9/11 en dat de rol van dubbele agenda’s daarin wel eens veel belangrijker zou kunnen zijn dan velen denken.

Maar voor wie dat te ver gaat, is er ook nog een eenvoudiger gedachtengang: wie om regimes in het Midden Oosten omver te werpen, geweld aanmoedigt en jihad-toerisme toestaat, moet niet vreemd opkijken als dit geweld zich op een dag ook in het eigen land manifesteert.

Kees van der Pijl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten