Al een week lang al vliegen ons de terugblikken op de invasie van Irak om de oren. De consensus is wel ongeveer dat het achteraf geen goed idee was, behalve natuurlijk bij Tony Blair die het toch altijd al beter wist.
Toen ik nog in Engeland werkte, vertelde een collega die Irak-specialist is over hoe hij met nog zo’n vijf of zes mede-deskundigen aan de vooravond van de invasie bij Blair was ontboden. In een antichambre van Downing Street 10 werden ze eerst door een ambtenaar onder handen genomen die hen uitlegde dat ze moesten wachten op vragen die hen zouden worden gesteld, dus geen ongevraagde meningen. Ook de kwestie of een invasie gewettigd was, mocht niet aan de orde gesteld worden. Aldus geprepareerd werden ze vervolgens de werkkamer van de premier binnengeleid, die toen iedereen gezeten was, opende met: ‘He is evil, isn’t he?’ (Hij is een duivel, of niet soms?). Dáárvoor was de top van de Britse Irak-kennis naar Londen gehaald.
En Bush? Die heeft zich teruggetrokken uit het openbare leven en is gaan schilderen, te beginnen met een serie portretten van zijn hond. Onlangs verscheen een interview in een Amerikaanse webkrant waarin zijn lerares verklaart dat ‘George Bush de geschiedenis in zal gaan als een groot kunstenaar’ (The Daily Caller, 10 maart 2013).
Dat zal niet zo gauw gezegd worden van de Nederlandse premier Balkenende, die in Washington in het gezelschap van minister van Buitenlandse Zaken De Hoop Scheffer door Bush in het Witte Huis werd rondgeleid als een van de ‘trouwe bondgenoten’. Want wij deden mee, VN-resolutie of niet. In tegenstelling tot België, dat zich aansloot bij Frankrijk, Duitsland, Rusland en China in de afwijzing van de invasie, besloot Nederland steun te verlenen aan de operatie om Saddam van zijn vermeende massavernietigingswapens te ontdoen. De Belgische premier Verhofstadt en minister van buitenlandse zaken Michel werden door de Amerikaanse minister van defensie Rumsfeld in het openbaar beledigd; de VS kondigden aan, het hoofdkwartier van de NAVO uit Brussel weg te halen. De Hoop Scheffer daarentegen werd als dank voor bewezen diensten secretaris-generaal van de NAVO. De steun van Nederland was niet alleen moreel. Er werd ook, net als in 1991 bij de eerste Golfoorlog, een batterij Patriots in Turkije gestationeerd. Net als nu, want we zijn weer van de partij.
In het proces van Neurenberg tegen de Nazi-top werden de aangeklaagden die tot de hoofdverantwoordelijken konden worden gerekend, ter dood veroordeeld en opgehangen omdat ze zich schuldig hadden gemaakt aan de grootste misdaad die het volkenrecht kent, nl. een ongeprovoceerde aanvalsoorlog. Oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid, zo bepaalden de rechters in Neurenberg, liggen besloten in dit kardinale vergrijp. Dat, niet of het achteraf een goed idee was, is waar het bij de invasie van Irak over moet gaan. En nu Nederland opnieuw Patriots heeft gestationeerd, zien we ook waarom het zo belangrijk is dat misdaden tegen de vrede worden bestraft—anders begint het hele verhaal opnieuw. Syrië en Iran zijn de volgende kandidaten voor een aanvalsoorlog, en door de verdediging voor onze rekening te nemen, zijn wij daaraan bij voorbaat medeplichtig.
En dan—de tien jaar. De verhalen over massavernietigingswapens bleken even zovele verzinsels, net als de banden tussen al-Qaida en Irak. Zoals Mehdi Hasan schreef in de New Statesman op de tiende verjaardag van de demonstraties tegen de toen dreigende oorlog, het grootste massavernietigingswapen dat in Irak is ingezet, was de invasie zelf. In tien jaar tijd is het land fysiek, sociaal en economisch verwoest. De invasie veroorzaakte ook de grootste vluchtelingenstroom in het Midden Oosten sinds het verjagen van de Palestijnen uit Israel in 1948. De belofte van de toenmalige Amerikaanse minister van buitenlandse zaken James Baker aan zijn ambtgenoot Tariq Aziz in 1991, ten tijde van de eerste Golfoorlog, dat de VS Irak zou vernietigen en naar de steentijd terug zou schoppen, is gestand gedaan (Ramzy Baroud in Asia times online, 14 februari 2013). Scholen, huizen en ziekenhuizen zijn vernietigd, hele steden zoals Fallujah met de grond gelijk gemaakt. De overlevenden lijden aan de gevolgen van het gebruik van granaten die met verarmd uranium zijn verhard—met als gevolg dat kinderen geboren worden met ernstige afwijkingen. Het aantal weeskinderen in Irak wordt geschat op 4,5 miljoen, 70 procent daarvan heeft zijn ouders verloren na 2003; zo’n 600,000 leven er op straat. Hoe gaan Bush, Blair en Balkenende om met die feiten?
De oorlog was in de eerste plaats een oorlog om de olie. Democratie, dictatuur, mensenrechten en dergelijke zijn voor de versiering. Irak is na Saoedi Arabië de grootste producent met de grootste reserves, en een van de goedkoopste locaties om de olie te winnen. Saddam moet zich niet helemaal bewust zijn geweest van de risico’s toen hij besloot om voortaan euro’s in plaats van dollars te vragen voor zijn olie, en toen hij na 1997 begon contracten aan Lukoil, China National Petroleum, Total, en andere niet-Anglo-Amerikaanse maatschappijen uit te geven, was de maat vol.
Na de invasie werd de reorganisatie van de Iraakse olieproductie in handen gegeven van Kellog, Brown & Root, een dochteronderneming van Halliburton, waarvan vice-president Cheney langdurig aan het hoofd had gestaan. Cheney’s goede vriend Lee Raymond, de baas van ExxonMobil, was een van degenen die samen met BP en Shell aandrongen op het openen van Irak na de invasie. BP en Shell waren de eerste bedrijven die nieuwe contracten binnen haalden, Exxon was toen het erop aankwam, iets terughoudender.
Inmiddels is de olieproduktie van Irak terug op het niveau van voor de eerste Golfoorlog. Als we het geheel overzien zijn zowel de bedrijven waarmee Saddam nog contracten afsloot, als de Anglo-Amerikaanse (-Nederlandse) oliemaatschappijen terug in Irak, samen natuurlijk met de in 1972 genationaliseerde Irak Oil Company. Onderstaande kaart (Al Jazeera, 7 januari 2012) geeft een overzicht van de bestaande concessies.
Iraq plans to increase its oil production capacity up to 12 million barrels per day by 2017 [Al Jazeera]
Er zijn echter een paar problemen. De deelregering in het Koerdische noorden wil zelf contracten uitgeven (voor het Kirkuk-veld, het tweede qua productieniveau na Rumaila), en ExxonMobil aarzelt of ze daar gebruik van willen maken—immers, Maliki, de nieuwe machthebber in het zuiden, heeft troepen samengetrokken bij de grens met het Koerdische gedeelte en Exxon riskeert mogelijk zijn aandeel in het West Qurna veld. De meest recente berichten spreken van plannen om Exxon’s aandeel dan maar te verkopen aan China National Petroleum. Zoals Jean-Pierre Séréni schrijft in Le Monde Diplomatique van maart 2013, de werknemers van Exxon voelen er weinig voor in de gevaarlijke omstandigheden van Irak te gaan werken. Bovendien eist Irak inmiddels zulke hoge tarieven dat de meeste westerse maatschappijen alleen in Irak werken om te voorkomen dat de concurrentie de concessies overneemt.
De olieopbrengsten vallen dus tegen. Maar ook de VS zelf betalen een hoge prijs voor de oorlog. Het Irak-avontuur heeft de Amerikanen 1,7 triljoen (1700 miljard) dollar gekost, de kosten van de behandeling van veteranen en rente op de voor de oorlog gemaakte schulden niet meegerekend, aldus Neta Crawford van Boston University. Omdat de oorlogen in Irak en Afghanistan gepaard gingen met belastingverlagingen voor de allerrijksten, moesten de kosten gedekt worden door leningen—de rente daarop zal tussen nu en 2053 oplopen tot een geschatte 4 triljoen.
Een debacle voor Irak, een debacle voor de VS. Dus alles nog eens over gaan doen in Syrië en Iran?
Kees van der Pijl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten