Aan de
leden van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
De brief van 13 januari
2014 van de minister van buitenlandse zaken en de minister van buitenlandse
handel en ontwikkelingssamenwerking legt aan Uw commissie een verslag van
gebeurtenissen voor waarin de sleutelelementen ontbreken. Die elementen
zijn
a) de Nederlandse steun voor de Amerikaans-Britse
invasie van Irak in 2003, die door de Irakese staat te vernietigen, het land in
een chaos heeft gestort waaraan geen eind lijkt te komen.
b) De Nederlandse steun voor de gewapende opstand
tegen de Syrische staat. De in de brief genoemde stationering van
Patriot-eenheden in Turkije is daarvan de militaire kern, maar ons land heeft
daarnaast op diverse fronten meegewerkt aan het versterken van de oppositie
(die als zodanig ‘gewapend’ is)
Wanneer deze twee
cruciale aspecten aan het betoog van de ministers worden toegevoegd, wordt de
absurditeit ervan pas duidelijk. Zo stelt de brief dat
‘Een positief geluid uit Syrië is dat tijdens gevechten tussen
verschillende oppositiepartijen gedurende de laatste weken de roep om het
terugtrekken van ISIS (Islamitische Staat van Irak en Syrië) duidelijker dan
ooit hoorbaar is geweest.’
Het ‘positieve geluid’ is dus dat ook in Syrië de chaos
al zover is voortgeschreden dat net als in Irak de frontlijnen niet duidelijk
meer zijn, en de verschillende groepen binnen ‘de oppositie’ ook elkaar te lijf
gaan.
Sommige passages van de brief, zoals
‘de bevolking voert in sommige gebieden op eigen - veelal stille - wijze
protest, door bijvoorbeeld woningen niet aan aanhangers van ISIS te verhuren’
—zouden de lachlust
opwekken als het allemaal niet zo droevig was. We praten over een land waarvan
de grote steden verwoest zijn, slachtpartijen plaatsvinden van ongekende
wreedheid, en ontvoeringen met gruwelijke afloop de orde van de dag zijn. Alsof de fanatici die in het door het
Westen gecreëerde machtsvacuüm hun eigen kalifaat willen vestigen, zich
laten wegsturen door ‘verhuurders’!
O҂O roept U op om een werkelijke
koerswijziging af te dwingen waarin partijdigheid wordt ingeruild voor
onmiddellijke stappen in de richting van een bestand, onderhandelingen, en consequente
steun aan de seculiere staat in Syrië. Of er
‘voor Assad en andere individuen, die verantwoordelijkheid dragen voor de
vreselijke misdrijven die tijdens het conflict zijn begaan, …
plaats [is] in een toekomstig Syrië’
is een vraag die door die het volk van die staat
moet worden beantwoord, niet door Nederland.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten