dinsdag 28 januari 2014

Syrië: wapenleveranties in plaats van onderhandelen

Toen enige maanden geleden wapenopslagplaatsen van het Vrije Syrische Leger werden geplunderd door het Islamitisch Front, schortte de VS de wapenleveranties aan de oppositie op. Maar nu de onderhandelingen in Montreux (‘Genève II’) zijn begonnen, worden eerdere restricties weer opgeheven. 
Nadat de VS de VN hadden gedwongen, de uitnodiging aan Iran om aan het overleg deel te nemen, weer in te trekken, is nu uitgelekt dat het Amerikaanse Congres achter gesloten deuren de wapenleveranties aan de oppositie heeft hervat. Eén en ander bovenop de hernieuwde eis dat president Assad moet aftreden alvorens er resultaat kan worden geboekt in het overleg.

 Kerry legt Ban nog eens uit wie de baas is

Dat wil niet zeggen dat de onderhandelingen voor niets zijn: de Syrische regering en de oppositie (d.w.z., dat deel dat in Zwitserland aan tafel zit) hebben na het nodige getouwtrek overeenstemming bereikt dat humanitaire hulp het belegerde en van de buitenwereld afgesloten Homs mag worden gestuurd en dat vrouwen en kinderen de verwoeste stad mogen verlaten.
Maar verder blijft de conferentie onderdeel van de strijd tussen de grootmachten, de regionale grootmachten, en buitenlandse strijders van velerlei pluimage. Zoals de Pruisische generaal Clausewitz ooit schreef, ‘oorlog is de voortzetting van de politiek met andere middelen’, en alles wat er in en rond Syrië gebeurt is een voortzetting van de oorlog met andere middelen. Ook het overleg. 

De Amerikanen leveren conform het geheime Congresbesluit (de anonieme bron die het naar buiten bracht meent dat het in december jl. genomen is) anti-tank-raketten (dit keer maar geen van de schouder afgevuurde luchtdoelraketten, daar is men in Libië nog steeds naar op zoek) en geld. 

Bruce Riedel, adviseur van Obama inzake de buitenlandse politiek en voormalig CIA-medewerker, gaf als verklaring voor de wapenleveranties dat de situatie in Syrië op een patstelling is uitgelopen. De rebellen ontberen de organisatie en bewapening om Assad te verslaan; het regime heeft te weinig loyale troepen om de opstand klein te krijgen. ‘De bondgenoten van beide kanten zijn bereid om voor afzienbare tijd voldoende geld en wapens te leveren om die patstelling vol te houden.’ 

Met andere woorden, niet beëindigen van de strijd, maar het gaande houden van de slachting is het doel. 

Spelende kinderen in Homs

Intussen heeft de Campagne tegen de Wapenhandel in een persbericht bekend gemaakt dat de wapenexporten naar het Midden-Oosten sinds de ‘Arabische lente’ alleen maar zijn toegenomen. De lidstaten van de Europese Unie (EU), voorop Frankrijk, hebben in 2012 voor €39.9 miljard aan wapenexportvergunningen afgegeven, waaronder het recordbedrag van €9.7 miljard aan exportvergunningen voor het Midden Oosten, een toename van 22% ten opzichte van 2011. Saoedi-Arabië is de grootste klant van de Europese wapenindustrie; het kocht in 2012 voor meer dan €3.5 miljard aan wapens. De recorduitgaven voor handwapens en munitie herinneren er nog eens aan, dat de strijd die in Syrië en Irak wordt uitgevochten, een belangrijke bron van winst voor de wapenleveranciers is. 

De rol van de EU om hier regelend op te treden mogen we vergeten. Tegen 4,705 wapenexportvergunningen die in 2012 voor het Midden-Oosten werden afgegeven stonden slechts 100 afgewezen verzoeken.

In een advies van de Amsterdamse volkenrechtsgeleerde P.A. Nollkaemper van juni jl. is er nog eens op gewezen dat
  • In beginsel wapenleveranties aan de oppositie die beogen de zittende regering van Syrië omver te werpen, in strijd zijn met het internationaal recht. Dergelijke leveranties zijn in ieder geval in strijd met het verbod op interventie in de interne aangelegenheden van een andere staat. Afhankelijk van aard en doel van de leveranties, kunnen deze ook in strijd zijn met het verbod op het gebruik van geweld (artikel 2(4) VN Handvest).
  • Wapenleveranties aan de oppositie in Syrië ook in strijd kunnen zijn met VN Veiligheidsraadresolutie 2083 (2012), dat een verbod bevat op levering van wapens aan personen of entiteiten die met Al-Quaida zijn verbonden. 
Na nog enkele overwegingen concludeert Nollkaemper tenslotte dat
  • in de huidige situatie het internationaal recht geen gronden bevat die kunnen leiden tot een conclusie dat wapenleveranties aan de oppositie rechtmatig zijn. 
 
Maar kom daar maar eens mee aanzetten als het Amerikaanse Congres vasthoudt aan het streven naar regimewisseling en de EU-landen er goed aan verdienen (ons land staat op de aangehaalde lijst op de elfde plaats met 10.915 licenties voor wapenexport sinds 1998). 
 
Kees van der Pijl 
 
   
 
 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten