Bij de laatste verkiezingen in Turkije, begin juni, leed the AKP van president Erdogan een onverwachte nederlaag als gevolg van de doorbraak van de pro-Koerdische HDP. Hoewel de AKP nog altijd veruit de grootste partij is, is de reeks verkiezingsoverwinningen die begon in 2002, onderbroken. En dat juist op een moment dat Erdogan en zijn partij hadden gehoopt met de absolute meerderheid in het parlement een grondwetswijziging te kunnen doorvoeren die de macht van de president zou hebben vergroot. Dat project is door de HDP-doorbraak en het stand houden van de gevestigde oppostie (CHP en MHP) de voet dwars gezet.
Maar nu, bijna twee maanden later, is het Turkse leger in actie gekomen tegen ISIS—en tegen de Koerdische PKK. Tevens heeft Erdogan voor dinsdag de 28ste juli een Noordatlantische Raad bijeen geroepen onder artikel 4 van het NAVO-verdrag dat o.a. gaat over de territoriale integriteit van een lidstaat.