‘Het is het meest waarschijnlijk dat een catastrofe dan wel de angst voor een catastrofe het syndroom van de paranoïde redeneerstijl oproept’, aldus de historicus Richard Hofstadter in een beroemd artikel uit 1963, ‘The Paranoid Style in American Politics’. Hofstadters aangrijpingspunt was de kandidatuur van Barry Goldwater tegen Lyndon Johnson in de presidentsverkiezing van 1964. Met de anti-communistische heksenjacht van de vroege jaren vijftig nog vers in het geheugen, en vlak na de moord op John F. Kennedy, waardoor Johnson het presidentschap bemachtigde, kon Hofstadter putten uit een breed scala van voorbeelden waarmee hij Goldwater kon plaatsen in de traditie van rechts samenzweringsdenken.
Zijn beschouwing is weer actueel nu het niet een rechts-radicale randgroep, maar de hoofdstroom van de Amerikaanse politiek is die zich heeft overgegeven aan samenzweringsdenken, de ‘paranoïde stijl’ van Hofstadter.
Dat Donald Trump de sleutels van het Witte Huis zou danken aan ‘Russische hacks’ werd pas op het laatste moment tegengesproken door … de vertrekkende president Obama. Hij sprak opeens van een ‘lek’ in plaats van ‘hacks’—nadat hij vlak voor de jaarwisseling nog 35 Russische diplomaten had uitgewezen en twee door hen gebruikte vakantiecomplexen had geconfisceerd. Dat is echter maar een deukje in de overwegende consensus dat Hillary het Amerikaanse presidentschap misliep vanwege een enorme hacking-operatie, zo ongelofelijk doortrapt en sluw dat het alleen maar gestuurd kan zijn door de ceremoniemeester van het Kremlin in hoogsteigen persoon.