Van 27 tot 29 april was ik op uitnodiging van de Russische politicologenorganisatie een van de sprekers op een congres in Kaliningrad, de kleine driehoek tussen Polen en Litouwen, een van de vele brokstukken waarin de Sovjet Unie uiteen gevallen is. Kaliningrad is het vroegere Königsberg, hoofdstad van Oost-Pruisen en beroemd geworden doordat in de 18de eeuw de filosoof Immanuel Kant daar leefde en werkte. De universiteit in het nu Russische stukje land heet dan ook naar hem.
De stad, waar rond 1 miljoen mensen wonen en die ik bereikte met een binnenlandse vlucht vanuit Moskou, deed in veel opzichten denken aan de oude Sovjet-Unie, maar dan overladen met reclame en verstopt met auto’s, en ook het congres was een mengeling van oud en nieuw.
Op de opening in het grote auditorium sprak o.a. mijn collega uit Kent, Richard Sakwa, de schrijver van Frontline Ukraine, dit jaar verschenen en verplichte lectuur voor wie een serieus oordeel over de crisis daar wil hebben. De andere sprekers op de plenaire openingszitting waren allemaal hoge functionarissen, zoals de gouverneur van de provincie Kaliningrad, het hoofd van de universiteit, van de Russische politicologenorganisatie, e.d.
Aansluitend vertrokken we met een karavaan bussen naar het gedenkteken voor 1200 bij de slag om de stad in 1945 gevallen soldaten van het Rode Leger gebracht, waar compleet met TV-ploegen, een compagnie mariniers en een militaire kapel, en duizenden belangstellenden uit de stad, door de congresgangers in de stromende regen kransen en bloemen werden gelegd.
Na de lunch werd het congres in drieën was opgedeeld en ik mocht spreken in het panel gewijd aan de terugkeer van neo-nazi-stromingen in Europa. Mijn stelling was dat door het verdwijnen van het compromis uit het kapitalisme dit systeem tot een sociaal destructieve en naar buiten agressieve kracht is geworden. Ik kon het niet laten om uit te spreken dat als de Sovjetlegers Europa niet van het nazi-kwaad hadden verlost, ik nog in het Duizendjarig Rijk geboren zou zijn.
De schattingen over hoeveel slachtoffers er bij de strijd zijn gevallen lopen uiteen van 20 tot 30 miljoen doden aan Sovjetzijde, maar daar bleek nu juist hoezeer oud en nieuw hier door elkaar lopen. Immers, zowel bij de plenaire zitting als in mijn panelwaren er kanttekeningen bij deze grote verliezen.
Zo spraken verschillende sprekers de hoop uit dat Poetin in zijn toespraak op 9 mei de militaire strategie van Stalin en Zjoekov niet zonder meer zou ophemelen. Er waren tenslotte miljoenen Sovjetsoldaten gesneuveld door bij aanvallen geen enkele rekening met verliezen te houden. Ik hoorde zelfs het aantal van 13 miljoen noemen die in zulke massale aanvalsgolven door de geharde Duitse Wehrmacht waren afgeslacht dan wel gevangen genomen.
Een andere spreker haalde aan dat het in de Eerste Wereldoorlog vier jaar duurde alvorens de Duitsers Minsk hadden bereikt; in de Tweede, vier dagen. Er werd op gewezen dat als dit soort herbezinning achterwege blijft, de (halve) historische waarheid binnen bereik komt van opposanten als Navalny. Deze nationalist, een soort Russische Wilders, vindt gehoor bij nieuwe generaties in de steden, wier kennis van de oorlog zeer beperkt is, en die daardoor bespeeld kunnen worden met (in dit geval terechte) kritiek op de officiële lijn als die de feiten niet onder ogen durft te zien.
Dit soort opvattingen zou in de vroegere Sovjet-Unie niet op een openbaar congres te horen zijn geweest. En ook nu waren er nog voldoende sprekers die tamelijk ééndimensionale beschouwingen over de strijd ten beste gaven, naast sprekers die aan theorieën uit het Westen over bv. nationalisme de voorkeur gaven boven hun eigen, in dit opzicht zeer rijke erfgoed.
Op de opening in het grote auditorium sprak o.a. mijn collega uit Kent, Richard Sakwa, de schrijver van Frontline Ukraine, dit jaar verschenen en verplichte lectuur voor wie een serieus oordeel over de crisis daar wil hebben. De andere sprekers op de plenaire openingszitting waren allemaal hoge functionarissen, zoals de gouverneur van de provincie Kaliningrad, het hoofd van de universiteit, van de Russische politicologenorganisatie, e.d.
Aansluitend vertrokken we met een karavaan bussen naar het gedenkteken voor 1200 bij de slag om de stad in 1945 gevallen soldaten van het Rode Leger gebracht, waar compleet met TV-ploegen, een compagnie mariniers en een militaire kapel, en duizenden belangstellenden uit de stad, door de congresgangers in de stromende regen kransen en bloemen werden gelegd.
Na de lunch werd het congres in drieën was opgedeeld en ik mocht spreken in het panel gewijd aan de terugkeer van neo-nazi-stromingen in Europa. Mijn stelling was dat door het verdwijnen van het compromis uit het kapitalisme dit systeem tot een sociaal destructieve en naar buiten agressieve kracht is geworden. Ik kon het niet laten om uit te spreken dat als de Sovjetlegers Europa niet van het nazi-kwaad hadden verlost, ik nog in het Duizendjarig Rijk geboren zou zijn.
De schattingen over hoeveel slachtoffers er bij de strijd zijn gevallen lopen uiteen van 20 tot 30 miljoen doden aan Sovjetzijde, maar daar bleek nu juist hoezeer oud en nieuw hier door elkaar lopen. Immers, zowel bij de plenaire zitting als in mijn panelwaren er kanttekeningen bij deze grote verliezen.
Zo spraken verschillende sprekers de hoop uit dat Poetin in zijn toespraak op 9 mei de militaire strategie van Stalin en Zjoekov niet zonder meer zou ophemelen. Er waren tenslotte miljoenen Sovjetsoldaten gesneuveld door bij aanvallen geen enkele rekening met verliezen te houden. Ik hoorde zelfs het aantal van 13 miljoen noemen die in zulke massale aanvalsgolven door de geharde Duitse Wehrmacht waren afgeslacht dan wel gevangen genomen.
Een andere spreker haalde aan dat het in de Eerste Wereldoorlog vier jaar duurde alvorens de Duitsers Minsk hadden bereikt; in de Tweede, vier dagen. Er werd op gewezen dat als dit soort herbezinning achterwege blijft, de (halve) historische waarheid binnen bereik komt van opposanten als Navalny. Deze nationalist, een soort Russische Wilders, vindt gehoor bij nieuwe generaties in de steden, wier kennis van de oorlog zeer beperkt is, en die daardoor bespeeld kunnen worden met (in dit geval terechte) kritiek op de officiële lijn als die de feiten niet onder ogen durft te zien.
Dit soort opvattingen zou in de vroegere Sovjet-Unie niet op een openbaar congres te horen zijn geweest. En ook nu waren er nog voldoende sprekers die tamelijk ééndimensionale beschouwingen over de strijd ten beste gaven, naast sprekers die aan theorieën uit het Westen over bv. nationalisme de voorkeur gaven boven hun eigen, in dit opzicht zeer rijke erfgoed.
Het bijzondere was de nieuwe, eigen visie op de oorlog die daar doorheen te horen was en die de lange reis zeer de moeite waard maakte. In een tijd waarin de oorlogszuchtige krachten in het Westen Rusland proberen te isoleren en te ondermijnen omdat het weigert zich onderdanig te gedragen, en daaraan zelfs de herinnering aan de rol van het Rode Leger in de nederlaag van Hitler-Duitsland wordt opgeofferd, was ik blij om dit meegemaakt te hebben. Dat de leiders van het Westen, van Obama tot Rutte maar natuurlijk vooral Merkel, hebben besloten op 9 mei niet in Moskou te zijn is een groot schandaal waarvoor we ons diep moeten schamen.
Kees van der Pijl
Kees van der Pijl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten