zondag 20 november 2016

De NAVO als kwaadaardig gezwel (1)


Na de verkiezing van Trump is in Europa een ware paniek uitgebroken onder de NAVO-lidstaten, nu de nieuwe man naar het zich laat aanzien de nieuwe Koude Oorlog tegen Rusland geen goed idee vindt. 
Eerst hebben de EU-landen zich laten opporren om de door Obama ingestelde sancties tegen Rusland te volgen, en daar hadden ze eind 2015 al tegen de $ 60 miljard schade door geleden; om vervolgens signalen van de regie in Washington te krijgen dat het allemaal anders moet. 


Misschien wordt de bizarre situatie wel het best uitgebeeld door het gigantische, op 1 miljard euro begrote nieuwe NAVO-hoofdkwartier bij Brussel. Nog omringd door bouwkranen ziet dit onvoltooide, megalomane project eruit als een kwaadaardig gezwel dat naar alle kanten is uitgezaaid, met lelijke uitlopers die de bodem in lijken te verdwijnen.
Dat kon inderdaad wel eens een treffende uitbeelding van waar de organisatie nu is aanbeland. Een goed moment om nog eens kort samen te vatten waar de NAVO eigenlijk voor staat. 



Al spoedig na de nederlaag van Duitsland in 1945 ontstond in Engeland en de VS de gedachte dat de uitslag van de oorlog voor het Westen eigenlijk onacceptabel was. Winston Churchill, die nog hoopte op een consolidatie van het Britse rijk, en de gebroeders Dulles in Washington en hun zakenvrienden in Duitsland, behoorden tot de meest uitgesproken voorstanders van een herziening van de naoorlogse verhoudingen. 

Zowel in Oost- als in West-Europa waren in 1945 regeringen van nationale eenheid aan de macht gekomen waarin communisten een groot aandeel hadden, een bron van zorg onder de haviken in Washington. In Frankrijk waren de communisten op afstand de grootste partij en in Italië hadden ze eveneens een goede kans om als sterkste uit de bus te komen, al werden verkiezingen voorlopig uitgesteld.

In 1947 lanceerden de Amerikanen kort op elkaar twee grote projecten gericht op West-Europa, de Truman Doctrine en het Marshallplan. De Truman Doctrine hield in dat de VS elke regering die de strijd aanbond met communistische of anderszins linkse oppositie, op Amerikaanse hulp kon rekenen. De rechtse regeringen van Griekenland en Turkije waren de eerste ‘gelukkigen’.

Het Marshallplan bepaalde enkele maanden daarna dat in ruil voor Amerikaanse voedsel- en andere hulp, alle handel met de Sovjet-Unie moest worden stopgezet.

In diverse landen leidde dit tot grote spanningen en in Tsjechoslowakije, dat altijd met zowel west als oost gehandeld had, tot een acute regeringscrisis, waarin de communisten de macht grepen.

Twee maanden later, in april 1948, begonnen de ministers van buitenlandse zaken van Engeland, Canada en de VS een geheim overleg om de dreigende situatie het hoofd te bieden. De NAVO werd precies een jaar later officieel opgericht; pas vele jaren later zouden twee Nederlandse onderzoekers, Cees Wiebes en Bert Zeeman, onthullen hoe de onderhandelingen tussen de drie Engelssprekende landen dit hadden voorbereid.

In zowel West- als Oost-Europa vielen in 1947-’48 de regeringen van nationale eenheid uiteen. In het Westen werden de communisten uit de regeringen waar ze in zaten verwijderd, in het Oosten de niet-communisten. De verkiezingen in Italië in 1948 werden door Amerikaanse dreigementen, een hysterische campagne van het Vaticaan en geweld van anti-communistische knokploegen, door de Christen-Democraten gewonnen. Maar toen een jaar later de troepen van Mao Zedong de Chinese hoofdstad Peking veroverden, en Noord-Korea in 1950 het zuiden binnenviel om ook daar een communistisch regime te vestigen, brak er in de westelijke hoofdsteden een ware paniek uit. Die leidde o.a. tot de anti-communistische heksenjacht van McCarthy.

De eerste taak voor het westelijke kamp was nu het opnieuw bewapenen van West-Duitsland. Frankrijk weigerde dit en pas in 1955 kreeg de Bondsrepubliek toestemming tot de vorming van een eigen leger via een Europese schaduwconstructie. Ondanks heftige protesten van Moskou werd het land nu ook lid van de NAVO, en dat was voor het Sovjet-blok aanleiding om een eigen militaire organisatie te vormen, het Warschaupact.

Tot die tijd, dus tot 1955, was de NAVO hoofdzakelijk een coördinatiecentrum voor repressie waar dat nodig was en dat bleef ook haar belangrijkste doelstelling. Midden jaren vijftig kwam daarnaast ook een militaire organisatie tot ontwikkeling, onder Amerikaans commando. Maar de NAVO zou pas oorlogen gaan voeren toen haar reden van bestaan, het communisme, de geest gegeven had.

In 1958 werd Charles de Gaulle president van Frankrijk, in wat het best beschreven kan worden als een staatsgreep om een andere staatsgreep te voorkomen, nl. door fascistische krachten in het Franse leger in Algerije, dat daar een uitzichtloze koloniale oorlog voerde.

Met het aan de macht komen van De Gaulle begon een touwtrekken over het beheer van de kernwapens binnen de NAVO. Frankrijk wilde daarover meepraten omdat het een eigen kernwapenprogramma had. Bovendien meende De Gaulle dat de VS de koude oorlog en de kernwapenwedloop met de USSR gebruikten om de economische betrekkingen tussen West-Europa en het Sovjetblok te blijven blokkeren, terwijl daar juist mogelijkheden lagen voor de Europese economie. In dit standpunt werd hij later bijgevallen door de Westduitse kanselier Willy Brandt. De Gaulle trok in 1966 Frankrijk terug uit de militaire organisatie van de NAVO.

Hierop volgde het mogelijk zwartste hoofdstuk van de NAVO-geschiedenis, de 'strategie van de spanning' in West-Europa en met de Sovjet-Unie. Deze strategie droeg uiteindelijk in belangrijke mate bij tot de instorting van het Sovjetblok, de USSR, en het communisme in 1989-’91. Toen pas begon de NAVO, zoals alle kwaadaardige gezwellen, werkelijk uit te zaaien (wordt vervolgd).

Kees van der Pijl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten