In onze media wordt uitvoerig bericht over de recente stormachtige ontwikkelingen in Egypte maar er is nauwelijks aandacht voor de daarmee gepaard gaande stormachtige ontwikkelingen in Syrië en andere landen in de regio.
De strijd voor of tegen de Moslim Broederschap (MB) speelt in de hele Arabische regio. Met name de dictatoriale heersers in deze landen zien de MB vanouds als de belangrijkste bedreiging voor hun heerschappij. De machthebbers in Saudi Arabië en de Golfstaten vrezen dat als de opmars van de MB in het Midden-Oosten niet wordt gestopt geen van de monarchieën in de Golf-regio zal overleven.
Daarom werd de coup in Egypte, waarbij MB werd afgezet, door deze regimes toegejuicht. In de media wordt zelfs gesuggereerd dat Saudi Arabië een belangrijke rol speelde het afzetten van de MB in Egypte. Naast Saudi-Arabië en de Golfstaten behoort ook het koninkrijk Jordanië bij dit blok van actieve tegenstanders van de MB.
Een uitzondering vormt het kleine maar steenrijke Qatar; dat voerde de afgelopen jaren juist een krachtig pro-MB beleid. Dat kwam vooral tot uiting in het beleid van Qatar tegenover de oorlog in Syrië. Qatar en Saudi Arabië zijn de enige landen die het gewelddadige verzet in Syrië op grote schaal met geld en wapens steunen. Maar binnen de organisatie van het gewelddadige Syrische verzet stonden Qatar en Saudi Arabië tegenover elkaar. Qatar steunde namelijk binnen dat verzet de fractie van de Syrische MB, Saudi Arabië deed juist alles om te voorkomen dat de MB in Syrië aan de macht zal komen; het steunt de salafisten en Al Qaeda-achtige stromingen in het Syrisch verzet met geld en wapens.
Mede door deze tegenstelling is de in Kairo gevestigde organisatie van het gewelddadige Syrische verzet al sinds de oprichting twee jaar geleden totaal verlamd. Tot voor enkele maanden had de door Qatar gesteunde MB-fractie in de Syrische verzetsorganisatie een kleine meerderheid in het bestuur, maar in juni slaagde Saudi Arabië (met steun van Washington en de Europese landen?) er in de leiding van de organisatie over te nemen. Er kwam op 6 juli een (voorlopig?) eind aan de strijd toen Ahmed Assi al-Jarba tot nieuwe voorzitter werd gekozen.
De strijd tussen de twee hoofdstromen binnen het Syrische geweldadige verzet wordt niet alleen aan de conferentietafel uitgevochten; in de oorlogszones in Syrië vinden steeds meer bloedige gevechten plaats tussen de Syrische MB en de salafisten/Al Qaeda.
Begin juli volgde een tweede, veel belangrijkere doorbraak die in de westerse media geen aandacht kreeg: Qatar maakte plotseling een einde aan zijn steun met geld en wapens aan de MB-vleugel binnen het gewelddadige Syrische verzet. Dit kwam voor het eerst naar buiten toen op 2 juli het kantoor van de MB in Qatar op last van de emir werd gesloten. Tegelijk kregen de spirituele leider van MB, al-Qaradawi, en Hamas-leider Meshaal 48 uur om het land te verlaten. (Hamas is de Palestijnse MB-organisatie die ook op grote schaal door Qatar werd gesteund.) .
Er worden twee redenen genoemd voor deze doorbraak. Qatar had miljarden uitgegeven om het MB-bewind in Egypte te steunen; dat geld was nu waarschijnlijk verloren. Mogelijk is deze plotselinge ommekeer van Qatar ook een gevolg is van het feit dat de Amerikaanse regering besloot de MB-regering in Egypte te laten vallen en vreesde Qatar om zonder rugdekking van Washington helemaal alleen te komen staan in haar voorliefde voor de MB.
Volgens Zayd Alisa heeft pressie vanuit de Verenigde Staten gezorgd voor een verschuiving van de buitenlandse politieke van Qatar in de richting van die van Saudi's en moet de plotselinge machtsoverdracht in Qatar ook in dat licht gezien worden. Terwijl de monarchen in de Golf-regio meestal tot hoge leeftijd doorregeren werd de macht in Qatar op 26 juni door de 60-jarige emir Hamad bin Khalifa (61 jaar) plotseling overgedragen aan zijn 30-jarige zoon Tamin bin Hamad. Over de achtergrond van deze plotselinge vergaande stap werd niets bekend gemaakt. Opvallend is dat tegelijk het hoofd van de regering en het hoofd van de staatsbank die de projecten in het buitenland financierde werden ontslagen.
Het feit dat niet alleen Saudi Arabië maar nu ook Qatar de Syrische MB hebben laten vallen zal er toe leiden dat een groot deel van het gewapende anti-Assad verzet geen of zeer weinig buitenlandse steun meer krijgt. Deze verzwakking van het verzet zal waarschijnlijk de opmars van het leger van Assad bespoedigen.
Turkije, naast Saudi Arabië en Qatar het derde land in de regio dat als doorvoerland van groot belang is voor de Syrische gewelddadige oppositie, komt door de gewijzigde opstelling van Qatar in een moeilijke positie. De MB-regering in Turkije steunde altijd het MB-smaldeel binnen de Syrische oppositie. Zal Turkije als belangrijk doorvoerland nog meewerken als de buitenlandse wapenleveranties en financiële steun zich nog uitsluitend op de Al Qaeda organisaties in Syrië richten?
De Amerikaanse regering komt door deze ontwikkeling met haar Syrië-beleid in een onmogelijke positie terecht. Als de Syrische MB door het wegvallen van de buitenlandse steun grotendeels wordt uitgeschakeld wordt de door Washington gesteunde oorlog tegen Assad steeds meer een strijd van (gedeeltelijk buitenlandse) Al-Qaeda strijders. Hoe kan Washington in landen als Jemen, Pakistan en Somalië Al Qaeda met geweld bestrijden en tegelijk bondgenoot van Al Qaeda in Syrië zijn ? Nu al is het pijnlijk voor Washington dat ze moet toegeven dat het leger van Assad de enige strijdmacht is die Al Qaeda in Syrië effectief bestrijdt.
Sietse Bosgra
Het ironische is natuurlijk dat de radicalisering in de Arabische wereld ook is betaald door de rijke oliestaten, door het opleiden en betalen van wahabistische imams.
BeantwoordenVerwijderen