vrijdag 2 augustus 2013

Snowden in Moskou, Assad in Homs

Wat is het gevolg van het besluit van de Russische regering om NSA klokkenluider Edward Snowden een tijdelijke verblijfsvergunning te verlenen voor de betrekkingen met de Verenigde Staten? Dat is de vraag die velen op dit moment bezig houdt.


Dat de VS onder Obama alle remmen heeft losgegooid in de jacht op ongewenste berichtgeving, is duidelijk. Een tragisch dieptepunt was de dood van Rolling Stone journalist Michael Hastings, die naam maakte met een artikel dat leidde tot het ontslag van generaal Stanley McChrystal als opperbevelhebber in Afghanistan.


Hastings, die zo onvoorzichtig was om te laten weten dat hij werkte aan een verhaal dat grote opschudding zou veroorzaken, klaagde al enige tijd dat hij gevolgd werd en dat zijn contacten door FBI en NSA werden geschaduwd. In een tv-interview verklaarde hij dat de regering-Obama de oorlog aan de vrije nieuwsgaring had verklaard. Op 18 juni nam hij contact op met een advocaat van WikiLeaks om zijn zorgen kenbaar te maken; de volgende dag was hij dood doordat zijn nieuwe Mercedes om onverklaarbare redenen met maximumsnelheid door rood reed, tegen een boom klapte en als een bom explodeerde. De omstandigheden waaronder dit gebeurde zijn pure science fiction.

Daarnaast is er natuurlijk de ‘rechtszaak’ tegen soldaat eerste klas Bradley Manning, die informatie over Amerikaanse oorlogsmisdaden aan WikiLeaks doorspeelde en nu aankijkt tegen een aanklacht die zelfs na het laten vallen van de strafeis voor ‘steun aan de vijand’, nog altijd tot zo’n 136 jaar kan optellen.

Edward Snowden heeft er dus goed aan gedaan eerst naar Hong Kong uit te wijken alvorens zijn onthullingen te doen; daarnaast heeft hij ervoor gezorgd dat alle informatie die hij bezit, inmiddels bij vertrouwde journalisten zoals Glenn Greenwald van de Engelse Guardian, is gedeponeerd. Hij kon derhalve met de hand op het hart toezeggen geen verdere afbreuk aan de Amerikaans-Russische betrekkingen te doen—de voorwaarde die Poetin heeft gesteld aan het verlenen van asiel.

Door de commercialisering van de media verdwijnt de onafhankelijke (onderzoeks-) journalistiek steeds meer, ook bij ons in Nederland. Zouden de onthullingen van WikiLeaks zo’n opzien hebben gebaard als de media hier hun werk deden?

Voor Rusland zelf is het besluit om Snowden toe te laten overigens ook een belangrijk moment, aangezien het Russische staatsapparaat onder Poetin lange tijd het aanzien en de gewoontes heeft vastgehouden van de FSB (opvolger van de KGB) waaruit de president zelf afkomstig is. De opdrachtgevers voor de moord op Anna Politkovskaïa zijn daar nog altijd niet opgespoord, om één of andere reden blijft het onderzoek steeds maar steken op het niveau van de uitvoerders.

Het effect van de zaak-Snowden op de verhoudingen in Rusland moet echter niet worden onderschat. Immers, het zelfbeeld van de Russen, hun staat, en hun president, als beschermers van burgerlijke vrijheden zal niet onberoerd blijven onder de vele steunbetuigingen die het besluit om Snowden toe te laten, heeft losgemaakt. Zonder nu te verwachten dat zich in Rusland een vrijheidslievend openbaar leven gaat ontwikkelen (daarvoor is te veel van het gemeenschappelijk erfgoed, inclusief de pers, aan een kleine groep tycoons verkocht), is het niet onmogelijk dat het land zich langzaam die kant op beweegt. De vrijlating van de rechtse nationalist Navalny, kandidaat voor de belangrijke post van burgemeester van Moskou, was daarvan misschien al een teken.

Iets anders zijn de Amerikaans-Russische betrekkingen. Die bevinden zich so-wie-so al op een dieptepunt. De VS gaan door met het installeren van anti-raket raketten aan de grenzen met Rusland, en ook in Syrië staan het Westen en Rusland recht tegenover elkaar. Maar daar kan het dan ook lelijk mislopen. Want sinds enige tijd is het Syrische leger aan de winnende hand in de bloedige, grotendeels geïnternationaliseerde burgeroorlog. Eind vorige maand veroverden regeringstroepen de belangrijkste wijk in de stad Homs, de ‘hoofdstad’ van de opstand, en daarmee lijken de kansen gekeerd. Niet dat  er iets te vieren valt, want het land is grotendeels verwoest.


De strijd is echter in een ander stadium beland. De Koerden in noordoost Syrië zijn in een verbitterd gevecht met de al-Noesra/al-Qaeda hardliners geraakt—gevechten waarbij ook het Turkse leger betrokken is. Niet dat daarover iets naar buiten komt; alle berichtgeving over Syrië verboden is verboden. Dus moeten we in Nederland maar afwachten waar onze ‘trouwe bondgenoot’, die we à raison van € 42 miljoen met onze Patriots rugdekking verschaffen, ons verder in betrekt.

Israël trekt zich van geen grenzen iets aan en bestookt van tijd tot tijd vermeende wapentransporten naar de Libanese Hezbollah-beweging, die in de strijd om Qusayr de doorslag gaf. Tussen Irak en Syrië is de grens feitelijk opgeheven, omdat de Soenni jihadis die de opstand tegen het Baath-regime grotendeels hebben gekaapt, zowel Assad belagen als strijd voeren tegen het op het shi’itische zuiden steunende regering van Maliki in Baghdad.

De politiek van de VS, Engeland en Frankrijk, met Nederland als meeloper, was er tot nu toe op gericht de rebellen het werk te laten doen en pas op het toneel te verschijnen als Assad ten val zou zijn gebracht. Maar zoals Victor Kotsev schrijft in de Asia Times online, deze opzet is mislukt. Niet dat de troepen van Assad het pleit al hebben beslecht—de herovering van de provincie Homs zal nog veel inspanning vergen, en dat geldt ook voor Aleppo. Daarom nadert nu het moment, aldus Kotsev, dat lijkt op het Libië-scenario: toen Gaddafi op het punt stond, het opstandige Benghazi weer onder controle te brengen, maakte de NAVO van het ‘vliegverbod’, uitgevaardigd door de VN Veiligheidsraad, gebruik om de regime-wisseling in gang te zetten en de opstandelingen aan de overwinning te helpen. Hadden Obama, Cameron en Hollande nu maar niet zo luid en overmoedig geroepen dat Assad moest vertrekken! Nu zullen ze enorm te kijk staan als hun woorden loze kreten blijken te zijn. Dus nadert het moment van de waarheid.

Een interventie in Syrië is echter iets anders dan in Libië, waar Gaddafi uit angst voor een militaire staatsgreep tegen hem en zijn familie, moderne wapens in eigen beheer hield zodat het leger machteloos was tegen de NAVO-interventie. Het Syrische leger is evenwel door de recente successen gesterkt en beschikt over moderne afweer tegen inmenging van buitenaf. Het Amerikaanse thuisfront is eveneens verzwakt door de voortslepende financiële crisis, die nu ook grote steden treft; het failliet van Detroit is het meest recente voorbeeld. De Amerikanen zijn oorlogsmoe, en de aanhoudende onthullingen ondermijnen het aanzien van Obama en zijn volledig uit de hand gelopen Nationale Veiligheidsapparaat.

Het laatste waar nu behoefte aan bestaat, is een nieuw avontuur in het Midden Oosten. Zoals de zaken er nu voorstaan, lijkt een Joegoslavië-scenario (opknippen van Syrië, gevolgd door etnische zuiveringen) voor het Westen de enige overblijvende mogelijkheid. Nederland en Duitsland hebben, o.a. door steun aan het opzetten van nieuw bestuur in de gebieden in handen van de rebellen, aan zo’n uitkomst al een bijdrage geleverd.

Kees van der Pijl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten