Op sinterklaasavond was ik niet de enige die zijn wenkbrauwen ophaalde over de benoeming van Ashton Carter tot minister van defensie in de VS. Ook Simon Maloy van de website Salon had daar iets over te zeggen al wist hij natuurlijk niets van de volstrekt onbenullige manier waarop de NRC en Het Parool van deze benoeming verslag hadden gedaan.
Ik haalde eerder de geschriften van Carter aan waarin hij gedetailleerde voorspellingen doet over 9/11; Maloy heeft nog wat verder gespit en gevonden dat de nieuwe minister in 2006 een ingezonden brief (met William Perry) in de Washington Post schreef waarin ze pleitten voor het direct bij de (proef)lancering uit de lucht schieten van een Noordkoreaanse raket.
Drie jaar eerder, zo vond Maloy, kwam Carter in een interview met de onthulling dat hij, toen hij nog op het Pentagon werkzaam was ten tijde van Bill Clinton, een simulatie uitvoerde (‘war game’) waarin luchtaanvallen op een Noordkoreaanse kerncentrale werden nagebootst.
Zo’n aanval zou een conflict kunnen uitlokken dat tienduizenden Koreaanse en Amerikaanse levens zou kunnen kosten, maar aldus Carter, dat risico moest genomen worden om de ontwikkeling van een Noordkoreaans kernwapen te voorkomen. In het interview van 2003 waarin Carter deze mening ten beste gaf, herhaalde de ‘niet politiek gemotiveerde’ minister dat de risico’s verschrikkelijk waren, maar ze moeten helaas op de koop toe genomen worden.
Daarbij, legde hij ook nog eens uit, zou de precisie-aanval op de kerncentrale ook kunnen uitlopen op een enorme brand waarbij al het radioactieve materiaal de lucht in zou gaan. Maar dat, en een nieuwe Koreaanse oorlog is het toch waard. Alles om maar te voorkomen dat er een atoomwapen in handen van Noord-Korea zou komen.
En dat alles begon in een wasstraat in Philadelphia waar de jonge Carter werkte (maar een te grote mond!—toen al !). En dan nog de vissersboot natuurlijk, en de zelfmoordhulplijn. En dan dat proefschrift in de natuurkunde—dat moet je toch weten!
Toch is de relevante informatie in één klik te vinden. Zo was de ‘onbekende’ Ashton Carter in het verleden ook nog eens partner, dan wel directeur of adviseur van de volgende defensiebedrijven: Global Technology Partners, the MITRE Corporation, Mitretek Systems, MIT Lincoln Laboratory en Draper Laboratory Corporation. Zoiets heette vroeger, en wat mij betreft nog steeds, het militair-industriële complex. Daarnaast was hij adviseur van Goldman Sachs. En dan nog lidmaatschappen van de groepen waarin je de echte inside informatie vergaart, zoals de Council on Foreign Relations en de nog veel selectere Aspen Group.
Is het niet de moeite waard die dingen te weten als zo iemand het Pentagon gaat leiden?
En dan, wat is het oordeel van de NRC en andere kranten over andere zaken eigenlijk waard als we over eenvoudige, zo na te zoeken achtergronden in het ongewisse worden gelaten?
Kees van der Pijl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten