De eerste ronde van de Franse presidentsverkiezingen verliep in vele opzichten uiterst dramatisch. Niet in de laatste plaats door de terreuraanslag op een van de laatste dagen, die een streep trok door de opmars in de peilingen van Jean-Luc Mélenchon. Mélenchon had in 2012 samen met wat er over is van de Franse communistische partij, ook een gooi gedaan en haalde toen een teleurstellende 11 procent. Ditmaal koos hij voor een onafhankelijke inzet met La France insoumise, 'Het Frankrijk dat niet buigt'. Met een programma van radicale sociale en ecologische maatregelen en de belofte om uit de NAVO te stappen, en vooral dankzij de redenaarsgaven van de kandidaat en zijn spectaculaire campagnetechnieken, wees alles op een veel en veel beter resultaat. Totdat...
Mélenchon was de absolute tegenpool van de uiteindelijke winnaar van de eerste ronde en de meest waarschijnlijke nieuwe president, Emmanuel Macron. Net als de andere twee voornaamste kandidaten, Fillon (traditioneel rechts) en Le Pen (extreem rechts), was Mélenchon voor ontspanning met Rusland. Daardoor was Macron de enige NAVO/EU-kandidaat. Zijn opmars is dan ook stap voor stap mogelijk gemaakt door de Euro-Atlantische machtsstructuren. Na de École Nationale d’Administration (ENA), waar de Franse elite wordt opgeleid, werd Macron in 2002 stagiaire bij Henry Hermand, een onroerend-goedmagnaat die een neoliberale Derde Weg in Frankrijk ondersteunde, in de geest van Bill Clinton en Tony Blair. Jacques Attali, adviseur van de voormalige Socialistische president Mitterrand, maakte de toen 29-jarige Macron in 2007 rapporteur van een commissie die moest onderzoeken hoe zo'n politiek in de praktiijk kon worden gebracht. De overheid verkleinen, sociale bescherming wegnemen, privatisering en liberalisering, het werd in Macrons rapport allemaal gepresenteerd als 'voorbij links en rechts'.