Na de verkiezingen van november 2014 heeft Barack Obama kennelijk het idee opgegeven om het de Republikeinse partij, die nu in beide huizen van het Congres de meerderheid gaat krijgen, naar de zin te maken. Met nog maar twee jaar te gaan, is hij niet alleen begonnen zijn verkiezingsbelofte van 2008 in te lossen om het gevangenkamp of Guantánamo op Cuba te sluiten. Hij heeft ook de poging opgegeven om de communistische eilandstaat zelf te isoleren. In de jaarlijkse stemming in de Algemene Vergadering van de VN om de boycot van Cuba op te heffen, stemden alleen Israel en het kleine eilandje Palau in de Stille Oceaan nog met de Amerikanen mee. Dankzij de bemiddeling van Paus Fransciscus, zelf Argentijn, kan deze vertoning nu in principe achterwege blijven.
President John F. Kennedy, die de blokkade oorspronkelijk had ingesteld, werd al vermoord in 1963, maar Fidel Castro overleefde een onwaarschijnlijke reeks aanslagen op zijn leven die onder negen achtereenvolgende presidenten werden georganiseerd samen met Cubaanse ballingen, de maffia en de CIA. En ook al heeft Fidel zichzelf inmiddels uit de actieve politiek teruggetrokken, zijn broer Raúl is nog altijd de onbetwiste heerser op het eiland en kon in die hoedanigheid met Obama spreken. Daarnaast maakte hij de Cubaanse bevolking in een speech duidelijk dat het geen naïeve verwachtingen over grote veranderingen hoeft te hebben.